Hoofdstuk 2: Banket

Naast brood eten we ook veel banketproducten. Taart als je je verjaardag viert, een koekje bij de thee, of een schaaltje kruidnoten met Sinterklaas. Iets lekkers hoort er toch bij! Veel banketproducten zijn zoet, maar wist je dat banket ook hartig kan zijn? Denk maar aan zoute stengels of saucijzenbroodjes.

In de banketbakkerij wordt veel met deeg en beslag gewerkt. Hoewel je vaak dezelfde grondstoffen tegenkomt, kunnen er allerlei verschillende producten mee worden gemaakt. Een bekend soort deeg is ‘boterdeeg’, bij velen ook wel bekend als zanddeeg.

We onderscheiden drie soorten boterdeeg. Ze verschillen qua verhouding grondstoffen, manier van bereiden en daardoor ook van structuur. De ene soort boterdeeg is stevig, de andere meer vloeibaar.

Er is nog een soort deeg dat je veel tegenkomt in de banketbakkerij. Je maakt er bijvoorbeeld appelflappen, saucijzenbroodjes en tompouces mee. Misschien had je het al geraden, we hebben het over bladerdeeg. Vaak wordt dit deeg gecombineerd met een vulling zoals room, spijs, kaas of vlees.

Zonder beslag zouden we geen mooie laagjestaarten, lekkere cakes of soesjes kunnen maken. Er zijn verschillende soorten beslag, maar de soorten die je vaak tegenkomt zijn kapsel- cake- of soezenbeslag.

Je kunt taarten heel simpel houden, maar het is natuurlijk veel leuker om er iets bijzonders van te maken. De decoratie van producten is belangrijk omdat dit het extra aantrekkelijk maakt voor de klant. Het water loopt je al in je mond als je het product ziet liggen..

Meer ontdekken over leren en werken in de horeca? Kijk op horeca.nl